Solo op cruise laat ik me graag een paar dagen als oudere zoon adopteren door weduwen uit Wisconsin of Alabama. Ze zijn prima bronnen voor je verhaal. Ze cruisen al decennia en kennen alle schepen en bestemmingen.
Peggy uit Milwaukee zag eruit als een bejaarde filmster en wóónde bijna op een cruiseschip. Ze dronk genoeg wijn om een olifant te wassen. Gelukkig niet van mijn centen.
Ik dineerde met haar. Bij het voorgerecht was ze scherp als een mes. ‘Op de Adonia is het eten goed maar in de hut kun je je kont niet keren. Toetjes zijn ze slecht in.’
Ze eindigde de avond met het woest neersabelen van zo’n beetje alle rederijen met hun personeel. ‘Eigenlijk zijn alle obers bandieten en de koks alcoholici die boven de pannen roken. Die kunnen alleen nog maar op cruiseschepen terecht. Cheers.’
Eén keer maakte ik met haar een wandeling op het strand van de Bahama’s. Ze had een vierpoot in haar hand, waarmee ze griezelige afdrukken in het zand maakte. Als je omkeek leek het of er die nacht een enorme schildpad uit het ei was gekropen voor een spookwandeling.
Bij het afscheid kreeg ik een foto van haar in een lijstje met schelpeninleg. Dat gaat een beetje hard, dacht ik. Peggy zei: ‘Ik ga begin volgend jaar vier weken naar de West Caribbean. Dan kun jij daar al rekening mee houden.’
‘Da’s een goed idee,’ zei ik. ‘Dat ga ik zeker doen.’
Komende twee jaar even niet naar de Cariben.