Zo moet je niet vertellen over je Citytripje Londen, Parijs of Hamburg: ‘Nou, we hebben veel geslapen, ontbeten en weinig geknuffeld. Ja, we zijn ook nog naar de bioscoop geweest! Prachtig hoor Hamburg.’ Dat klinkt vrij sneu.
Ik gooi het Citytrip-orgasmekanon altijd op 9 en lieg: ‘Oeh… dat nachtleven van Parijs. We hebben ons bed bijna niet gezien. ‘s Ochtends dwaalden we nog uren met een fles Pastis in de hand langs de laat-Gotische gevels van het achtste arrondissement. En museum in, museum uit natuurlijk. Alleen al die monografische tentoonstelling van Joachim Wtewael in Musée de Cluny was de reis dik waard. Wat een briljant colorist zeg.’ Aanpakken!
Het was dan ook ontluisterend vorige week in de hal van het hippe hotel Wedina in Hamburg te worden geconfronteerd met onze werkelijke bezigheden. Voor haar kunstwerk ‘Transit – A day in Hamburg’ had Barbara Steppe dertig vlotte gasten gevraagd om 24 uur achtereen een logboek bij te houden. De uitslag stond op grote panelen geprint.
Ronduit schokkend.
De meeste tijd (30,04%) tijdens een Citytrip bleek slapend te worden doorgebracht. Het ‘nachtleben’ stond op 6,15 %, op de voet gevolgd door ‘frühstucken’ (4,88 %). ‘Essen mit freunden’ (8,12 %) deed het goed (maar dat kun je thuis ook).
Alle hoop was gevestigd op de activiteit ‘Schaufensterbummel’ (7,99 %), wat mij een wellustig Reeperbahns tijdverdrijf leek. Een blik op Google Vertalen leerde dat het stond voor ‘etalages kijken’.
Voor ‘schmusen’ (knuffelen) en seks noteerden we 1,55 %.
We hadden net zo goed thuis kunnen blijven.