Grizzly-beren, miljoenen zalmen en ijzingwekkend hoge viaducten. 4500 kilometer op ijzeren wielen door Canada is een belevenis. Een treinreis dwars door Canada van Toronto naar Vancouver met twee beroemde treinen: ‘Kreunend klimt The Canadian de berg op.’ (TELEGRAAF 6 12 2014)
Toronto Union Station, 00.35 uur. Vanuit het duister dendert de lange, zilverkleurige Canadian het perron op. Dit is geen gewone trein. Dit is een National Treasure.
Ik heb drie dagen lang een hotelkamertje op The Canadian. Met groot raam, twee bedden en een ‘meerijdend’ toilet en wasbakje.
Die eerste nacht is een hallucinerende ervaring. Als ik wakker schrik weet ik even niet of we opzij, voor-, of achteruit rijden. Ik schuif het scherm op en het licht van de trein valt op zwiepende sparren en eenzame huizen. Soms flakkert een rood licht: een spoorovergang.
’s Ochtends komt The Canadian tot leven. ‘First call for breakfast!’ roept Bernadette, hoofd restaurant, door de gangen. Ik bestel een omelet, die keurig wordt uitgeserveerd. Tegenover mij zit een stille Japanse musicus uit Berlijn die met zijn bijdehante moeder op stap is. Binnen een kwartier ontmoet ik nog zes andere nationaliteiten. Canadezen en praatzieke Amerikanen (‘First time on the train?’ ‘When Í was a boy scout…’). Duitse kleindochters met hun oma voor de trip van haar leven. Een Braziliaans gezin, dat twee kamers op de trein heeft. En Nederlanders: twee broers uit Huizen, Cor (48) en Anton Heger (55), die nu al bijna ontploffen van enthousiasme over Toronto en The Canadian.
Cor: ‘We hebben twee economy banken geboekt die ’s nachts bedden worden met gordijnen ervoor. Perfect. Je kunt overal in de trein zitten, drinken en rondlopen.’
‘Clickety-clack’ De trein stopt nauwelijks. Hooguit om kilometers lange vrachttreinen te laten passeren. In Hornepayne, een verzameling houten huizen en stationsgebouwen, strekken we even de benen.
De tweede dag brengt ritme. Ontbijt, lunch en diner zijn de ankers van de dag. Koffie drinken we in de Park Car, de achterste wagon van de trein, met weids uitzicht naar drie kanten. Op het bovendek van de Dome Cars kijk je vanuit je fauteuil door het koepeldak 360 graden rond over omgeving en trein, die als een zilveren slang door het land glijdt. ’s Avonds speelt een bandje van twee mooie jongens, al snel de ‘darlings’ van de oudere dames. In bed is er de muziek van het ‘clickety-clack’ van de treinwielen, die over het Canadese continent razen. Bij elk dorpje blaast de vijftonige hoorn van The Canadian hartverscheurend; kleine jongetjes huiveren in hun bedje: ‘Moeder, The Canadian passeert. Ik wil mee!’
Aan het einde van dag 2 zien we meren met vissersbootjes, verder geen mens. Loofbomen kleuren rood en bruin. Het is begin september en Canadian Summer.
Na Winnipeg (664.000 inwoners), halverwege Canada, is het prairie, prairie, prairie. Het graan spuit de grond uit.Tijd om te lunchen met de broers uit Huizen. Hoe vinden ze het?Cor: ‘Je ziet het landschap langzaam veranderen. Het is echt Canada.’De trein vinden ze geweldig. Anton: ‘Het eten en de service, ik vind het super. We hebben beiden een drukke baan. Dit is ontspannen.’
‘Timechange vannacht’, zegt Bernadette. ‘We gaan van eastern naar central time. Maar de bar sluit op eastern time!’Bulderend gelach. We zijn al bijna een familie.
We rijden door een meer. Het water likt aan de ijzeren wielen. Plotseling een schreeuw: ‘Beaver!’ Een bever in het poeltje naast de trein.
Op dag 3, in de provincie Saskatchewan, volgt het mooiste traject: de Qu’Appelle Valley. Een onnavolgbaar slingerspel van meren en riviertjes in een biljartgroen land. In Edmonton wordt ons rijdende dorp licht nerveus: de Rocky Mountains naderen en er komt een Panoramawagen bij de trein. Bij binnenkomst van het Jasper National Park gonst de glazen wagon van bewondering. Vrouwen slaan de hand voor de mond. Mannen filmen als bezetenen. Vanuit het niets rijzen de granieten muren van de Rockies op, met witte kragen van gletsjers. De gladde meren aan de voet zijn groen als jade. Kreunend klimt The Canadian de bergen op. Dan ineens een stationnetje. Bloembakken. Huisjes met houten daken. Jasper, een vriendelijk bergdorpje. Het is of we uit de teletijdmachine rijden. We gaan op zoek naar de huurauto.
Jasper en Banff National Park ‘Automobilisten: kijk uit voor wolven die een gewond hert opjagen,’ lezen we bij de Tourist Office. Die rotwolven, denk je. Fout. Je moet in Jasper National Park juist uitkijken dat je geen wolven, wapiti’s (herten), elanden of beren aanrijdt. De natuur heeft voorrang.
De Canadian Rockies zijn een bonbonschaal vol lekkernijen. Wil je een hike maken dan kun je in de parken van Jasper en Banff kiezen uit 600 wandelingen met drie moeilijkheidsgraden: Easy (paar uurtjes rond een meer), Moderate of Difficult (tochten van acht uur met flinke stijging). Wil je daarna de Jasper Tramway op, de langste kabelbaan van Canada, en wandelen naar de top van Whistlers Summit (2470 m)? Of doe je liever een mini-cruise op het ijsblauwe Maligne Lake, een magnifiek gletsjermeer van 22 kilometer.
De keuze voor de Icefields Parkway, misschien wel de mooiste autoroute ter wereld, is gemakkelijk. De weg, 230 kilometer lang, loopt door het hart van de Rockies en is met zijn decor van bergtoppen, gletsjers en watervallen een levend natuurprentenboek. Je kunt wel honderd keer stoppen. Wij kiezen het Columbia Icefield, een gletsjermassa van driehonderd vierkante kilometer, omringd door de drie hoogste bergen van de Rockies. Voor 25 Canadese dollars (ca. € 16) mag je de nieuwe Glacier Skywalk op. Dat is een glazen uitbouw in de vorm van een hoefijzer, die 280 meter boven de Sunwapta-vallei zweeft. De vloer is van glas. Voorzichtige eerste stapjes, want onder je gaapt de afgrond en vliegen vogels.
In Lake Louise lijken de houten lodges in Rocky Mountains-bouwstijl op peperkoekhuisjes. Maar het Fairmont Chateau Lake Louise is kolossaal. Vanuit de eetzaal kijk je neer op het koningsblauwe water en een kilometers hoge muur van steen, ijs en sneeuw. Een sprookjeshotel in de greep van een granieten hand. Banff, in het oudste natuurpark van Canada, is een (te) drukke stad met een bonte aaneenschakeling van berghuizen, saloons en designer shops. Je snapt Banff en omgeving goed als je de gondola naar boven neemt. Vanaf de top van de Sulphur Mountain kijken we neer op liefst zes bergketens hoger dan 2280 meter en de Bow River-vallei. Op de terugweg worden we bijna omver gelopen door de hollende broers uit Huizen. ‘Sorry,’ zegt Anton. ‘We moeten het meer nog zien en een stuk wandelen. Zie je morgen op de trein.’
‘Aáááhh en óóóhh’ Zaterdagochtend vroeg. Drie goudgerande locomotieven trekken achtentwintig trendy wagons het perronnetje van Banff op.
‘3000 paardenkrachten, 120 ton per loc’, mompelt een kenner. Op de locomotief prijkt in gouden zwierletters de handtekening van Peter R.B. Armstrong, stichter en eigenaar van de Rocky Mountaineer.Verschil moet er zijn. The Canadian is de sympathieke, nationale spoorwegmaatschappij. De Rocky Mountaineer is een privé-onderneming, die druipt van luxe en comfort.
We zitten GoldLeaf. Dat betekent een wagon met twee verdiepingen. Boven zitten, kijken en drinken, onder dineren en op het open balkon áááhh en óóóhh roepen. Het treinpersoneel is jong, geestig en servicegericht. Kortom: vet verwend worden.
Na een uur klinkt op het bovendek een gil. Een moord op de Mountaineer? Neen, een grizzly-beer naast het spoor. Het ijzingwekkende beest met de grote spierbundel in de nek kijkt naar ons en loopt hoofdschuddend het bos in. Zelfs hoofdsteward Colin heeft er dit seizoen nog geen een gezien.
Direct daarna komen de Spiral Tunnels. Een tunnelcomplex uit 1900, aangelegd om het stijgingspercentage van 4,4 procent naar 2,2 terug te brengen. Vanwege de haarspeldbochten kan een locomotief van een lange trein onder of boven zijn eigen wagons rijden.
De verbazing blijft. We rijden tegen de stroom van de Bow River in. Na het passeren van de Continentale Waterscheiding rijden we mét de stroom mee, omdat het bergwater nu richting Pacific Ocean valt. We zijn ook een uur jonger geworden: de tijd gaat van Mountain naar Pacific Time.
De stewards in de voorste wagon geven per intercom door wat er naast het spoor te zien is. ‘Big horn sheeps coming on, right side!’ ‘Zeearend boven de rivier!’ Wij staan paraat met de camera’s.
De Mountaineer doet niet aan hutten. We hebben een hotel in Kamloops, stappen ’s ochtends weer op de Mountaineer en worden getrakteerd op een western landschap met kleine huisjes, enorme campers en veel zwaaiende vrouwen. Als we een uur moeten wachten op een vrachttrein zetten de stewards de turbo op het animatieprogramma: ‘De quiz met dierengeluiden!’ Wij raden beer, bald eagle en moose.
Drankje erbij en het wordt erg gezellig.
Als de Mountaineer weer rijdt, voltrekt zich het verbluffendste natuurschijnsel ooit vanuit een rijdende trein aanschouwd. Langs de steile oevers van de ruige Thompson-rivier vechten duizenden zalmen zich een weg stroomopwaarts. Een rode vloedgolf van ploeterende vissen op weg naar hun geboortegrond. We zitten eersteklas met een glas brandy in de hand op vijftien meter afstand en kijken er uren naar.
Binnen een halve dag rijden we van woestijn naar regenwoud naar de wijde groene velden van de Fraser River Valley, een koud Amazone-gebied. Wijngaarden, autokerkhoven, fabrieken… onafwendbaar nadert de bewoonde wereld.
Om 21.15 uur bereikt de Rocky Mountaineer het eindstation. We stappen uit en wankelen Vancouver in, 4466 kilometer rails in de benen. Binnen een uur hebben we heimwee naar de trein.
Een treinreis dwars door Canada maak je met The Canadian, van de Canadese nationale spoorwegmaatschappij VIA Rail. Die legt twee of drie keer per week een 4-daagse tocht af (4 nachten): 4500 kilometer tussen Toronto en Vancouver. De transcontinentale treinen beschikken over diverse slaapaccommodaties, van 2-persoonscabines tot de zeer luxueuze Prestige Class. De trein heeft diverse loungerijtuigen met panoramadek en een restaurantwagen. Prijs: vanaf € 750 p.p. (incl. alle maaltijden).
De luxueuze Rocky Mountaineer, een particuliere maatschappij, rijdt diverse routes door de Canadian Rocky Mountains. De gereden route is de 2-daagse First Passage to the West, van Banff naar Vancouver, een van de spectaculairste treinroutes ter wereld. De trein kent drie klassen: GoldLeaf (luxe-panoramarijtuig en -restaurant, balkon), SilverLeaf en RedLeaf. Overnachting in hotel onderweg. Prijs: vanaf € 915,- p.p. (incl. 2 x ontbijt en 2 x lunch en hotelovernachting). Info: www.incento.nl